zondag 28 augustus 2011

Citroenzuur leiderschap (2)

over de overeenkomst tussen Geert Wilders, Henk Krol, Toon Hermans en Chantal Janzen...

Goed leiderschap kan het best bekeken worden vanuit de betekenis van de school. In een eerdere blog staat omschreven dat het daarbij gaat om voorbeeldgedrag dat gericht is op anderen.

Leiderschap in het onderwijs wordt vaak toegedicht aan de schoolleider. Hoe groot zou de betekenis van de school worden wanneer leiderschap te vinden is bij alle betrokkenen bij de school?


de betekenis bepaalt de kwaliteit

Binnen Cutting Lemons gaan we er van uit dat iedere school een eigen betekenis heeft. Die betekenis kan je ontdekken door antwoord te geven op de vraag: wat zou de buurt, stad of misschien zelfs het land missen als de school per direct de deuren zou sluiten. Ik zou iedere school van harte willen aanraden om die vraag eens goed te onderzoeken, samen met de leerlingen en hun ouders. De betekenis van de school heeft betrekking op de transformatie die leerlingen (en andere betrokkenen) ondergaan en de invloed die dat heeft op hun omgeving.

De ideale Cutting Lemons betekenis is: Je kent jezelf, wordt steeds beter jezelf, bent je bewust van jouw invloed op je omgeving en oefent die invloed gericht uit. Omdat iedere school zich op een eigen 'categorie' leerlingen richt en een eigen context heeft kan iedere school ook concreet maken welke invloed van de school uitgaat.

Goed leiderschap is direct gericht op die betekenis. Het voorbeeldgedrag is dus ook het gedrag dat past bij de situatie na of in ieder geval tijdens de transformatie. De schoolleider zal dat gedrag in ieder geval moeten vertonen, maar de betekenis wordt groter naarmate meer mensen dat gedrag vertonen. De betekenis bepaald dan ook of het leiderschapsgedrag goed is of niet. Je kunt dus niet zomaar iedere directeur op iedere school neerzetten en er van uitgaan dat hij of zij de gewenste kwaliteit levert. Iedere school heeft namelijk een eigen definitie van kwaliteit.

Ik denk dat elk van ons wel een voorbeeld kent van een directeur die op de ene school uitstekend functioneert en op een andere school helemaal niet uit de verf komt. In deze blog van Hartger Wassink wordt dat fenomeen uitgebreid besproken.

Je zou dan ook van iedere professionele schoolleider mogen verwachten dat hij of zij in staat is de eigen kernwaarden en de persoonlijke betekenis te benoemen. Op grond daarvan kan je inschatten of de schoolleider de betekenis van een school kan versterken.

de kwantiteit bepaalt de betekenis

Zodra de kwaliteit van het leiderschap op orde is kan de school toenemen in betekenis door leiderschap uit te breiden. Hoe meer mensen het gedrag gaan vertonen dat past bij de situatie na de transformatie, hoe groter de invloed op de omgeving.

Vanuit de druk van de groep is het op zich niet zo moeilijk om kinderen te conditioneren en hen, in die geconditioneerde omgeving, het gewenste gedrag te laten vertonen. Een leerkracht kan bijvoorbeeld in heel korte tijd een groep dusdanig 'manipuleren' dat die groep zich gedraagt zoals de leerkracht wil. Dat gedrag wordt vertoont onder druk van de omgeving, niet omdat het uit de leerlingen zelf komt.

Hoewel dat erg effectief lijkt (en heel soms ook kan zijn) is het effect op de lange termijn eerder schadelijk dan gewenst. In die situatie is in ieder geval geen sprake van leiderschap, omdat het gedrag van de leerkracht op zichzelf gericht is en niet op de kinderen.

Leiderschap bij een leerkracht houdt in dat zij op basis van zelfinzicht voorbeeldgedrag vertoont dat gericht is op het belang van de leerlingen (en de collega of de ouder). Zoals een schoolleider op dezelfde manier voorbeeldgedrag vertoont dat gericht is op de leerkracht (of de leerling of de ouders). Die leerkracht vertoont dat gedrag niet omdat de directeur dat toevallig ook doet, maar omdat zij samen geloven dat dat het beste voor de leerlingen is.

Op die manier wordt de leerling versterkt, groeit hij in zelfinzicht en kan hij gedrag gaan vertonen dat gericht is op anderen: medeleerlingen, buurtgenoten en andere gezinsleden.

Wanneer we er van uitgaan dat leiderschap besmettelijk kan zijn dan is de school een ideale plek om een epidemie te starten. Een olievlek van leiderschap, die zich steeds verder uitbreidt.

Geconditioneerde kinderen vertonen het gewenste gedrag alleen in een bepaalde omgeving. Kinderen die leiderschap ontwikkeld hebben vertonen dat gedrag in alle omstandigheden. Geconditioneerde kinderen zijn altijd afhankelijk van de invloed van de omgeving. Kinderen die leiderschap hebben ontwikkeld hebben altijd invloed op hun omgeving. Die kinderen kunnen dus ook actief bijdragen aan de betekenis van de school, zelfs als ze niet (meer) op school zijn.

hoe zuurder hoe beter


Terug naar de metafoor van de citroen. Één druppel citroensap maakt verschil in een heel gerecht. Andere smaken komen meer tot hun recht en de ingrediënten worden beter geconserveerd. Hoe zuurder die ene druppel is, hoe groter het effect.

Het is van het grootste belang dat jouw leiderschap in alle facetten de kwaliteit heeft die past bij de betekenis van jouw school. Reken er op dat ieder onderdeel van jouw leiderschap in uitvergrootte vorm terug te zien is in het gedrag van (veel) leerlingen.

Zo was er in 1975 een leerkracht in Venlo die wat teleurgesteld was in de mensen om haar heen; haar vertrouwen was een aantal keer behoorlijk beschaamd. Ze keek het liefst eerst de kat uit de boom en was wantrouwend richting mensen die ze niet (goed) kende. Op de MAVO waar ze lesgaf gaf ze zichzelf helemaal voor de leerlingen en de leerlingen zagen in haar een voorbeeld figuur. Het St. Thomas College heeft een aantal bekende Nederlanders afgeleverd. Één daarvan is Geert Wilders...

Ik vraag me af of Toon Hermans, Chantal Janzen en Henk Krol dezelfde leerkrachten hebben gehad als hun schoolgenoot Geert. Ik vraag me ook af of die leerkrachten allemaal bijdroegen aan dezelfde betekenis.

Welk verschil maak jij? Welk verschil maken jouw leerlingen?


zondag 21 augustus 2011

Citroenzuur leiderschap

Leiderschap is met afstand de meest gehoorde term in management-land. Ook in het onderwijs lijkt de term veel aandacht te krijgen. De komende periode verschijnt hier een aantal blogs over leiderschap. Gewoon, omdat integraal en waardengedreven onderwijs niet zonder leiderschap kan.

De betekenis van onderwijs

Het is mijn overtuiging dat de voornaamste betekenis van het onderwijs gelegen is in het mensen laten ontdekken van, geloven in en werken vanuit hun eigen kracht. Daarmee draagt het onderwijs duurzaam bij aan de ontwikkeling van de maatschappij. Het voorziet de maatschappij van creativiteit, inventiviteit, verandervermogen, continuïteit en leiderschap.

Het maakt niet uit hoe oud je bent: op het moment dat je je eigen kracht kent, serieus neemt en van daaruit werkt dan blijf je je ontwikkelen. Dat is onvermijdelijk. Onderwijs is, vanuit dat perspectief, dus niet gericht op onderwijzen. Veel meer op leren, maar het meest nog op het verkrijgen van zelf-inzicht. Zelf-inzicht is namelijk de sleutel tot ontwikkeling en leren.

De rol van leiderschap: voorbeeldgedrag

Voor mij is leiderschap vooral gelegen in twee zaken. Het eerste is het vertonen van voorbeeldgedrag. Het is al lange tijd bekend dat onze woorden maar een heel klein deel uitmaken van hetgeen we communiceren. Zeker bij jonge kinderen, die nog veel minder op taal gericht zijn dan volwassenen, is onze lichaamstaal en ons gedrag veel belangrijker. Bij volwassenen is dat ook nog altijd een veel groter deel van onze communicatie dan we geneigd zijn te denken.



Wanneer je als school echt wilt weten welke waarden je uitdraagt, is het het meest effectief om te kijken naar het gedrag van de leerlingen. Dat is doorgaans een rechtstreekse afspiegeling van het gedrag dat wij vertonen.

Als zelf-inzicht de sleutel tot leren is, dan zal dus het voorbeeldgedrag van iedereen in de school moeten getuigen van dat zelf-inzicht. Kinderen krijgen daardoor niet te maken met leerkrachten die op pedagogisch en didactisch gebied alles goed doen, maar met mensen die zichzelf kennen, zichzelf zijn en van daaruit op pedagogisch en didactisch gebied het beste leveren dat zij hebben te bieden. Dat klinkt misschien als een nuance verschil maar het maakt voor de kinderen een wereld van verschil.

Iedere betrokkene bij de school zal laten zien dat hij of zij bezig is zichzelf steeds beter te leren kennen om van daaruit het verschil te maken. Leiderschap kan zich dan ook niet beperken tot een taak of rol van de schoolleider. Het is iets dat door alle medewerkers, maar ook door de leerlingen, ouders en andere betrokkenen voortdurend in de praktijk gebracht wordt.

de rol van leiderschap: gericht op anderen

In een eerdere blog vertelde ik al dat het onderwijs verlamd wordt door de gedachte dat het op de toekomstgericht is. Wat mij betreft is onderwijs voor het heden al uiterst relevant.

Leiderschap richt zich dus ook niet op de toekomst van de leerlingen: het leert ze om nu al het verschil te maken. Dat is meteen het tweede aspect van leiderschap: het is gericht op anderen.

Hoewel het begint bij jezelf is het er op gericht om een ander te dienen. Het is er niet op gericht om de ander te onderwijzen of de ander klein te houden. Op die manier zou je namelijk op voorhand al de boodschap afgeven dat je niet echt gelooft in de kracht van die ander.

Het lijkt soms zo makkelijk om iemand te vertellen wat hij moet doen, maar de achterliggende boodschap is, zeker in het onderwijs waar kinderen nog druk doende zijn om hun referentiekader op te bouwen, verlammend. De kunst is om je leerling zo te ondersteunen dat hij of zij de ruimte krijgt om te ontdekken wie hij is en van daaruit te besluiten hoe hij van betekenis wil zijn.

Omdat geen leerkracht gelijk is, gebeurt dat per definitie op verschillende manieren. Wel altijd in hetzelfde proces: vanuit de eigen kracht gericht op de ander. Ook altijd met dezelfde intentie: die ander heeft een enorme kracht. En ook altijd met dezelfde betekenis: jij (met alles wie je bent en wat je hebt) maakt het verschil.

De betekenis van leiderschap in het onderwijs


Stel je eens voor dat elk van de dertig kinderen die jij morgen weer in je groep voor je hebt overtuigt raakt van zijn eigen waarde. Dat zij zichzelf ook echt kent en van daaruit het verschil gaat maken. Op school, thuis, in de buurt, op de sportvereniging of in de kerk. Dertig mobiele bronnen van inspiratie. Dertig authentieke mensen die gericht zijn op een ander, omdat ze in die ander geloven.

Voel je de kracht die daarvan uitgaat? En dat allemaal omdat jij jezelf kent en vanuit jouw kracht in die dertig kinderen gelooft.

Cutting LEMONS heeft een nog mooier perspectief: Stel je eens voor dat elke leerkracht dat kan. Hoeveel kinderen kunnen dan al gericht het verschil maken? Hoe zou de maatschappij er dan uit zien? Een druppel citroensap versterkt alle smaken in een gerecht en wij geloven dat elke smaak er toe doet.

Er is geen sector in Nederland die zoveel betekenis heeft voor de Nederlandse maatschappij. Ik daag jou uit om leiderschap te tonen en het verschil te maken. Waarom vandaag niet?

dinsdag 2 augustus 2011

onderwijs huisvesting: hoe zuur is jouw school?

Huisvesting is vaak een onderwerp dat pas aan de orde komt als het meerjaren onderhoudsplan wordt opgesteld of als er sprake is van nieuwbouw. Exploitatie is in de praktijk vaak een gegeven. Toch speelt huisvesting een belangrijke rol in het uitdragen van de identiteit van de school. Vaak is het gebouw het enige dat buurtbewoners zien van de school en de vraag is welk beeld daarmee ontstaat.

Cutting LEMONS is gericht op het integraal werken vanuit de identiteit van de school. Die identiteit brengt een aantal kernwaarden met zich mee die in alles wat de school doet en is merkbaar zijn. Van daar uit wordt consequent en gericht gewerkt aan de betekenis van de school. Met het schoolgebouw en de manier waarop het onderhouden wordt en er gebruik van wordt gemaakt communiceert de school die kernwaarden. Zoals gezegd is dat vaak de belangrijkste beeldbepaler voor de directe omgeving.

wat zie je?

Zo roepen alle onderstaande schoolgebouwen direct een eerste beeld op dat betrekking heeft op het soort onderwijs dat er wordt aangeboden.


Ieder gebouw verteld je iets over hoe en waarvoor het wordt gebruikt. Het zal niet moeilijk zijn om de dorpsschool en de school uit de industrie-stad er uit te halen. Ook de school die naar buiten gericht is en waar creativiteit van kinderen wordt gewaardeerd is goed te herkennen. Daar tegenover staat de school die meer status en naar binnen gericht is.

Wat ervaar je?

De verwarring ontstaat op het moment dat de school rechts boven in haar onderwijs de kinderen juist leert om extravert te zijn en open en onbevangen de wereld in te kijken. Of als de school links boven zich profileert als een elitaire school, waarbij de uitstroomcijfers vooral van belang zijn. Of als de school links onder een islamitische basisschool blijkt te zijn.

Op zo'n moment past het beeld dat het gebouw oproept niet meer bij de inhoud van het onderwijs. Een ouder heeft zich een beeld gevormd van de school op basis van het gebouw, en zodra zij de school in loopt blijkt dat beeld niet te kloppen. Die ouder raakt in verwarring. Het is alsof je een citroen krijgt met een sinaasappel schil. Die wordt uiteindelijk door niemand gegeten.

Uit onderzoek blijkt dat verwarring onherroepelijk leidt tot afhaken. Het menselijk brein blokkeert zodra we iets niet kunnen combineren. En zodra ons brein blokkeert, vertrouwen we het niet meer.

In het gunstigste geval melden deze ouders hun kind niet aan en kiezen ze voor een andere school. In een minder gunstig geval melden ze hun kind wel aan, maar blijven ze verward en wantrouwend. Dat zijn de ouders, en daarmee vaak ook de kinderen, waar je als school veel werk aan hebt. Ze zullen namelijk uiting blijven geven aan hun wantrouwen.

zuur van binnen? zuur van buiten!

Je kunt je voorstellen dat een school met meerdere locaties, waarbij de uitstraling van beide locaties erg verschilt, doorgaans moeite zal hebben wanneer kinderen van de ene naar de andere locatie worden overgeplaatst. Zo kan het ook gebeuren dat een school veel investeert in het gebouw en vervolgens merkt dat het aantal aanmeldingen terug loopt. Doorgaans is verwarring en het daar op volgende wantrouwen de onderliggende reden.

Merk je op jouw school dat ouders moeite hebben om de school te vertrouwen? Is jouw school van binnen en buiten op dezelfde manier herkenbaar? Is jouw gebouw in lijn met de onderwijsinhoud? Hoe zuur is jouw gebouw? Cutting LEMONS!

zaterdag 25 juni 2011

Wat heb je betekend vandaag?

Tegenwoordig is iedere school bezig met ontwikkeling. De ene school wil het het onderwijs ontwikkelen, de ander de organisatie en een derde wil vooral het leren ontwikkelen.
Er zijn scholen die die ontwikkeling starten met een concreet beeld van de gewenste ontwikkeling. Daar worden in het gunstigste geval ook concrete doelen aan gekoppeld, waarop gestuurd en bewaakt kan worden. Heb je ooit wel eens bedacht welke concrete betekenis de school zal krijgen als gevolg van de ingezette ontwikkeling?


Ik kom regelmatig op scholen waar het ontwikkelproces, of soms zelfs het veranderproces, moeizaam verloopt. Mensen hebben moeite om zich aan de gemaakte afspraken te houden en het gewenste gedrag wordt maar mondjesmaat vertoond. Dat geeft vaak spanning.

moeite met veranderen

Op mijn vraag naar de reden van die moeite hoor ik vaak het antwoord dat mensen veranderen moeilijk vinden. Ik blijf mijn twijfels houden bij die stelling. Volgens mij vinden mensen verandering namelijk heel gewoon. In ons dagelijks leven doen we niet anders. Ons gedrag veranderd door de tijden heen, maar ook de dingen die we belangrijk vinden, net als de dingen die we willen. Die verandering gaat zo gemakkelijk dat we hem zelf vaak niet eens opmerken.

Als tegenargument hoor ik dan vaak dat dat kleine veranderingen zijn en dat de verandering op school ingrijpender is. Vandaar dat mensen moeite met die verandering zouden hebben.

Ook die stelling waag ik te betwijfelen. Veel mensen veranderen van auto bijvoorbeeld. Of van computer. Dat kunnen ingrijpende veranderingen zijn. Toch merk ik maar zelden dat mensen die verandering oncomfortabel zouden vinden. Sterker nog: die verandering wordt doorgaans bewust opgezocht.

moeite met borgen

Gelukkig zijn er ook genoeg scholen waar het ontwikkelproces goed verloopt. De doelen worden gehaald, het gewenste gedrag wordt vertoond en het proces verloopt keurig volgens planning. Niets aan de hand zou je denken.

Tot je na een paar jaar weer op zo'n school komt en ontdekt dat de school weer in 'oude gewoontes' is vervallen. Van het destijds gewenste gedrag is weinig meer terug te vinden en de doelen van het ontwikkelproces zijn vergeten.

Hierbij is gebrek aan aandacht het meest gehoorde argument. Tijdens het ontwikkelproces waren we met elkaar gericht op het bereiken van die doelen, maar daarna zijn we ons op andere dingen gaan richten. Zouden mensen veranderen dan toch moeilijk vinden?

Als ik kijk naar de parallel met het veranderen van auto, dan hoor ik maar zelden dat mensen na een jaar hun oude auto weer terug kopen, of toch maar weer terug gaan naar hun oude computer. De enige reden die ik daarvoor zou kunnen bedenken is wanneer je je auto of computer van de hand moest doen, maar dat eigenlijk niet wilde. Als de omstandigheden dan veranderen kan je je oorspronkelijke droom weer oppakken en terugkeren naar datgene wat voor jou het hoogste goed is.

zicht op betekenis

In de parallel met een auto of computer is het van belang om te kijken naar de betekenis van zo'n apparaat. Is een auto bedoeld om nuttig te zijn of biedt hij meer dan dat? Mensen die een dure sportauto rijden of een oldtimer kennen een andere betekenis aan een auto toe dan mensen die gewoon een praktische auto met vijf zitplaatsen zoeken. Zo'n sportauto of oldtimer biedt je namelijk een heel ander aanzien, een heel andere rijbeleving en vaak ook een heel ander gevoel op. Het doet iets met je op het moment dat je de eigenaar van zo'n auto bent, zelfs als je er niet in rijdt.

Iemand die een auto met zo'n betekenis heeft zal hem niet zomaar van de hand doen. Hooguit voor een auto met dezelfde betekenis, maar waarschijnlijk uitsluitend voor een auto met een nog sterkere betekenis.

Bij veranderingen op school is het goed om met elkaar vast te stellen welke betekenis de school op dit moment heeft en de vraag te stellen welk betekenis je zou willen hebben. Welke impact heb je op het leven van jouw leerlingen? En op het leven van hun ouders? En op welke manier werkt die impact door in de maatschappij?

Dit lijken eenvoudige vragen, maar ze zijn meestal niet even snel te beantwoorden. Dat vergt onderzoek, gesprek en overdenking. Maar zodra je ze echt hebt beantwoord ontstaat een compleet nieuw perspectief. Er ontstaat ook een duidelijk argument voor of tegen bepaalde ontwikkeling.

Wanneer je bijvoorbeeld met elkaar er op gericht bent om kinderen in hun kracht te zetten, vanuit zelf-acceptatie en respect voor de ander, omdat je gelooft dat elk van die kinderen op een positieve manier het verschil zal maken in zijn directe omgeving, dan kun je op basis daarvan bepalen welke ontwikkeling gewenst is en welke niet.

Voor leerkrachten en leerlingen is het dan ook evident dat die ontwikkeling gewenst is: op die manier kan je namelijk nog verder toenemen in betekenis. Afscheid nemen van het oude gedrag is dan opeens helemaal niet meer zo moeilijk, omdat je weet wat het nieuwe gedrag je zal opleveren.

Vanuit die betekenis is borging van de ontwikkeling ook helemaal niet moeilijk. Het valt opeens in dezelfde categorie als de man die zijn Porsche heeft ingeruild voor een Ferrari. Hij ervaart de nog sterkere betekenis van die auto en verlangt echt niet meer terug naar zijn vorige auto.

Cutting LEMONS werkt altijd vanuit het perspectief op betekenis. Omdat wij geloven dat scholen het verschil kunnen maken: betekenisvol onderwijs zorgt voor een maatschappij waarin mensen in harmonie met zichzelf en hun omgeving leven. Wij gunnen elke school, elke leerkracht, directeur, ouder en leerling dat perspectief en dat gevoel van betekenis.

Of vergelijk je je school liever met een doorsnee auto met 237 zitplaatsen?

maandag 13 juni 2011

Krachtige scholen: het antwoord aan onderwijsinspectie.

Een jaar geleden volgde ik een masterclass bij Jay Marino. Hij leerde ons een andere manier van opbrengstgericht onderwijs kennen die in de VS bekend staat als Continuous Improvement. Een indrukwekkende manier van werken, waarbij mij het eigenaarschap van leerlingen als voornaamste punt opviel. Daarnaast vond ik het een verademing om een methode tegen te komen die leerlingen en leerkrachten, groepen en scholen op dezelfde manier benaderd. Lekker integraal dus met bewezen resultaat.

In het jaar daarna heb ik met een aantal scholen mogen werken aan de invoering van (delen van) dit concept. Keer op keer was ik onder de indruk als ik de enorme verbetering in de resultaten van leerlingen en leerkrachten zag. Kinderen die in hun kracht komen te staan, leerkrachten die in hun kracht komen te staan en van de weeromstuit ook ouders die in hun kracht komen te staan.

Resultaat

Continuous Improvement is een concept waarbij je je iets voorneemt en dat ook daadwerkelijk realiseert. Dat klinkt op zich niet heel spannend, maar dat is het wel. Hoe vaak neemt een school zich niet voor om meer aandacht aan rekenen te besteden? In de praktijk houdt dat vaak in dat een nieuwe methode wordt aangeschaft en dat er op vergaderingen over rekenen wordt gesproken. Soms wordt er zelfs een studiedag aan gewijd.

Maar wat gebeurt er wanneer je je voorneemt om de resultaten van kinderen op het gebied van rekenen schoolbreed met 10% te verhogen? Vaak weten we niet hoe we dat moeten meten. De uitkomsten van de CITO LVS-toetsen zijn dan al snel een verrassing.

Continuous Improvement zorgt er dus voor dat je datgene wat je je voorneemt ook echt realiseert. Beter gezegd: dat de kinderen dat realiseren. Ik heb voorbeelden gezien van scholen die in drie maanden tijd een verbetering van ruim 20% haalden. Alleen omdat je je voornemen serieus neemt, deelt met iedereen en ook gericht bezig bent met dat voorgenomen resultaat.

Voor kinderen vaak een verademing: ze weten wat er van ze wordt verwacht en ze zien van week tot week hun eigen voortgang. Kinderen uit groep twee praten op meta-niveau over hun eigen leerproces en kunnen daarover ook rapporteren aan hun ouders, mede-leerlingen en de leerkracht.

Verantwoordelijkheid

Omdat je op deze manier je voornemen ook echt omzet in resultaat, wordt het steeds belangrijker wat je je voorneemt.

Simon Sinek heeft daarvoor een eenvoudig en diepgaand model ontwikkeld: de Gouden Cirkel. Daarin legt hij uit dat het van groot belang is dat je als organisatie duidelijk maakt Waartoe je de dingen doet die je doet. Veel scholen vertellen uitgebreid Hoe ze de dingen doen. Daarbij wordt soms ook nog wel uitgelegd Wat het resultaat is van wat ze doen, maar vrijwel nooit wordt aandacht besteed aan de vraag Waartoe een school doet wat zij doet.

Kinderen die weten Waartoe ze leren wat ze leren, leerkrachten die weten welk verschil ze uiteindelijk willen maken, zullen veel gerichter presteren. De school die een duidelijke belofte doet aan kinderen, medewerkers, ouders en de omgeving, kan met Continuous Improvement dat verschil ook echt gaan maken. Sterker nog, die scholen maken dat verschil ook echt.

Kan jij je voorstellen dat jouw school een bijdrage levert aan het terugdringen van het aantal geweldsincidenten in de buurt? Of dat jouw school een bijdrage levert aan het verbeteren van de sociale samenhang in de buurt? Of dat jouw school direct bijdraagt aan het verbeteren van de kennis economie? Of dat jouw school bekend staat omdat zij direct bijdraagt aan de ontwikkeling van nieuwe technieken?

Welke invloed neem jij?

Scholen, leerkrachten en leerlingen die hun eigen invloed serieus nemen, kunnen die invloed heel concreet maken en gericht ontwikkelen met Continuous Improvement. Zonder de lading van die belofte is Continuous Improvement de zoveelste poging om de onderwijsinspectie tevreden te stellen. Met de lading van een scherpe belofte is het een serieus en scherp instrument om de maatschappij te verbeteren en de positie van Nederland als kennisland te versterken.

Welke invloed neem jij? Neem je jouw potentie en die van jouw leerlingen serieus? Of wil je je blijven richten op een (boven)gemiddelde opbrengst om de inspectie buiten de deur te houden?

zondag 5 juni 2011

De zuurgraad van onderwijs financiën

Geld is een belangrijk onderwerp in het onderwijs. Zeker de laatste jaren zijn er volop berichten van scholen die financieel in zwaar weer raken. Door het hele land wordt gevoeld dat er pogingen worden ondernomen om met minder mensen dezelfde kwaliteit te leveren. Niet omdat dat bij de visie van die school past, maar omdat de geldstroom opdroogt.

Wat moet je anders als je je eigen broek moet ophouden en de overheid de geldkraan langzaam dicht draait?


Een jaar geleden beschreef de AOB al dat het financieel beleid van scholen zwak is. Het valt me op dat er wordt gezegd dat besturen de neiging hebben om aan begrotingsbewaking van jaar tot jaar te doen in plaats van meerjarenbegrotingen op te stellen.


Nu ben ik geen financieel expert dus doorzie ik de fijne nuances van dit soort opmerkingen lang niet altijd voldoende. Ik denk wel dat ik me voor kan stellen dat het beter is om vooruit te denken en te plannen, dan gewoon ieder jaar opnieuw de hand op de knip te houden. Ik denk eerlijk gezegd dat iedere bestuurder dat ook wel weet. VOS-ABB heeft niet voor niets een meerjarenbegrotingstool ontwikkeld. Op veel scholen kom ik die spreadsheet, of afgeleide vormen daarvan, tegen.

De vraag is of een meerjarenbegroting helpt om je te wapenen tegen de opdrogende geldstroom. De tools die ik tot op heden heb gezien doen dat in ieder geval niet of nauwelijks: we weten namelijk niet hoe snel de kraan dicht gaat.

Wat die meerjarenbegrotingen doorgaans ook niet doen is duidelijk maken wat nou echt belangrijk is voor de scholen. Het lijkt er op dat het segment financiën in de grote onderwijs citroen zich helemaal niet stoort aan het feit dat het onderdeel is van een citroen (zie ook een eerder artikel hierover).

Stel dat de overheid nog minder middelen beschikbaar maakt voor het onderwijs. Hoe bepaal je als school dan welke uitgaven in ieder geval gedaan moeten worden? Welke keuzes zullen gemaakt worden ongeacht de hoeveelheid beschikbare middelen? Welke kernwaarden zullen ALTIJD gehandhaafd blijven, los van wat de overheid ook doet, vraagt of dicteert?

Een school die vooral gelooft in de kracht van een kleine, hechte groep kinderen waarbinnen relaties sterk zijn en steeds verder worden ontwikkeld, zal nooit accepteren dat kinderen verdwijnen in een groep van 34. Alle creativiteit zal er op gericht zijn dat die kleine hechte groep de basis van al het leren blijft. Liever zal zo'n school onderwijsassistenten en andere 'goedkopere' medewerkers in zetten, dan dat ze met uitsluitend 'dure' leerkrachten zullen gaan werken.

Een school die vooral gelooft in de kracht van instructie en de directe invloed van de leerkracht zal ten alle tijde blijven investeren in het onderwijzend personeel. Als zo'n school met minder middelen moet gaan werken, dan ligt het voor de hand dat de school de leerkrachten in gaat zetten voor het verlenen van extra en betaalde diensten. De zomerschool, de woensdagmiddag lessen of de weekendinstructie. Wat de overheid ook doet: de leerkracht blijft speerpunt.

Zo kan je je ook voorstellen dat een school die vooral gelooft in het belang van een gezonde geest in een gezond lichaam in zal blijven zetten op het aanbieden van sportieve werkvormen. Het kan maar zo gebeuren dat zo'n school er voor kiest om samen te werken met een ROC en/of BSO om te komen tot extra aanbod dat buiten schooltijd op commerciële basis wordt aangeboden. Dat levert extra inkomsten op en is helemaal in lijn met de wens van de ouders: die hebben tenslotte gekozen voor een school die echt werkt maakt van 'Anima Sana in Corpore Sano'.

In het artikel van de AOB wordt geklaagd dat sommige besturen geld oppotten, zonder te weten waartoe. Andere besturen worden verrast door bezuinigingen en komen in de knoei, omdat ze hun prioriteiten niet duidelijk hebben.

In de praktijk zie ik te vaak gebeuren dat scholen en besturen er voor kiezen om bij de inzet van hun geld vooral te denken vanuit de traditie (zo deden we het altijd) en de regels vanuit Zoetermeer.

Zou het niet heerlijk werken wanneer je, ook op het gebied van financiën, gewoon weet wat je wilt? Dat je gewoon weet wat je aan jezelf verplicht bent? Op dat moment hoef je niet aan de hand van Zoetermeer te lopen. Je hoeft ook niet vast te blijven houden aan tradities die niet bijdragen aan datgene wat jij belangrijk vindt.

Ik ben er van overtuigd dat onderwijsfinanciën vooral veel ruimte zouden moeten bieden. Daar waar het als knellend wordt ervaren heeft dat doorgaans meer te maken met de houding van de school te maken, dan met het langzaam dichtdraaien van de overheids geldkraan.

Wees toch vooral zuur, ook met de financiën. Met je geld laat je namelijk écht zien wat je belangrijk vindt. Met Cutting LEMONS kan je de zuurgraad van je financiële huishouding onderzoeken, op weg naar integrale en waardengedreven schoolontwikkeling.

zondag 29 mei 2011

Vergeet de toekomst, in het belang van je kinderen!

Ik heb een zoon die een groot voetballer is. Hij is 10 jaar oud en speelt bij vlagen de sterren van de hemel. Hij heeft spel overzicht en goede technische beheersing.
Eén van zijn teamgenoten wordt absoluut een voetbalster. Hij droomt er van om uiteindelijk bij Barcelona te spelen en zijn vader verteld hem regelmatig dat dat zijn doel is.

Beide zijn het gedreven spelers: ze missen geen training en in de wedstrijd geven ze alles wat ze hebben.

Toch is er een verschil. Als het in een wedstrijd tegen zit en het team wordt echt van de mat gespeeld, dan zie je dat opeens. De toekomstige Barcelona speler laat het hoofd zakken en geeft de moed op.
Zij vader staat dan langs de lijn en roept hem toe dat ze bij Barcelona ook niet opgeven. Op zo'n moment zie je die jongen denken: 'Dit is Barcelona niet en ik ben geen prof. Deze wedstrijd is verloren; op naar de volgende.'
Bij mijn zoon zie je dat tegenslag hem juist vleugels lijkt te geven. Hij is tenslotte een groot voetballer en moet op zo'n moment zijn team op een hoger plan helpen. De ene keer lukt het hem beter dan de andere keer, maar hij houdt zijn overzicht en alle acties lijken te lukken.

Toekomstgericht onderwijs

Op scholen zie je eenzelfde fenomeen. Er zijn scholen van de toekomst. Scholen die kinderen voorbereiden op een glansrijke toekomst. Die kinderen leren omgaan met de technieken van morgen. Op school is men geïnspireerd door de filmpjes van 'Shift Happens' en verdiept men zich in wat de werkgevers van morgen van hun werknemers vragen.
Het zijn de innovatieve scholen die social media, discussietechnieken en informatieverzameling als uitgangspunt voor hun lesprogramma nemen. En voor die kinderen is het ook volslagen duidelijk waarom dat gebeurt: dit heb je later nodig!

Die kinderen horen thuis ook dat zij hun ouders zullen overtreffen. Zij zullen dingen doen en kunnen die hun ouders niet doen en kunnen. De toekomst is onbekend maar ook onbegrensd en deze kinderen gaan het verschil maken. Grote verwachtingen worden uitgesproken en geprojecteerd, omdat we weten dat dat kinderen motiveert.

Helemaal in lijn met de toekomstig Barcelona speler zie je bij die kinderen ook dat zij zich beseffen dat die toekomst nog moet komen. Dit is de tijd dat ze nog fouten mogen maken, dat ze soms nog onwetend mogen zijn, want nu maken ze het verschil nog niet. De toekomst is later en we weten niet precies wanneer die begint.
Deze kinderen hebben een prachtig perspectief, maar omdat het gevoel van relevantie of urgentie ontbreekt kan dat perspectief ook zo maar verlammend werken.

Relevant onderwijs

Er zijn ook scholen die een onverwoestbaar geloof in de kinderen hebben. Het vaste vertrouwen dat die kinderen het verschil maken. Niet later, maar nu. Op die scholen leren die kinderen het verschil maken, waar ze ook zijn. Deze scholen maken gebruik van de technieken waar de kinderen in hun vrije tijd ook gebruik van maken: social media en andere internet toepassingen.
De kinderen leren bepalen hoe ze daar zo gebruik van kunnen maken dat ze een positieve invloed uitoefenen. Het zijn de scholen waar de kinderen projecten in de wijk organiseren die gericht zijn op het helpen van andere mensen.

Op deze scholen wordt gedroomd over de toekomst. Het levert de kinderen het gevoel op dat de toekomst groter wordt dan nu, en dat hun positieve invloed ook zal toenemen. Ze weten nog niet hoe, maar ze wetenn dat ze zullen blijven doen wat ze nu al doen: het verschil maken.

21st Century Skills


Ik kom volwassenen tegen die nog altijd wachten op de toekomst. Soms omdat ze er op rekenen dat de wereld zal vergaan, ooit, maar veel vaker omdat ze hopen dat er een tijd komt waarin zij het verschil gaan maken. Daar zijn ze namelijk voor opgeleid. Ze hebben alles in huis en zijn er helemaal klaar voor. Het enige waar ze op lijken te wachten is het startschot, waarmee de toekomst wordt afgeschoten.
Op dat moment kunnen ze helemaal los gaan. Zoveel potentie die ongebruikt ligt te wachten op de toekomst....

Ik geloof heilig in de potentie van ieder mens. De leeftijd van die mens maakt voor mij daarin geen verschil. Een kind heeft uiteraard doorgaans een kleinere cirkel van invloed dan een volwassene, maar dat maakt die invloed niet meer of minder relevant. Ieder die voor het eerst zijn kind, als baby, in zijn armen heeft, voelt al de enorme invloed die zo'n kind heeft. Waarom zouden we zo'n kind dan in de wachtstand zetten in afwachting van de toekomst?

Wat mij betreft gaat iedereen met onmiddelijke ingang al zijn kwaliteiten volledig uitleven.

De toekomst is altijd morgen, en daarmee nooit nu. Laten we het onderwijs vooral nu-gericht maken, dan komt het met de toekomst ongetwijfeld goed.

zondag 22 mei 2011

If it quacks and looks like a duck, it 'd better be a duck

Jarenlang ben ik in de veronderstelling geweest dat mannen zich tijdens een ziekte veel zieliger gedragen dan vrouwen. Ik hoorde verhalen van mannen die met een zielig gezicht op de bank zaten en aanhoudend klaagden over alle pijntjes die ze voelden. Ik zag ook meteen al voor me dat ze helemaal niets meer zelf konden doen en zich volslagen afhankelijk van hun omgeving opstelden.

De verklaring die mij voor dat verschijnsel werd gegeven was het feit dat vrouwen een veel hogere pijngrens zouden hebben dan mannen, wat evolutionair dan weer te verklaren viel vanuit het feit dat vrouwen een kind moesten baren. Wij mannen zouden daar veel te zwak voor zijn.


Hoewel ik dat laatste nog altijd van harte onderstreep, stel je voor dat ik ooit een kind zou moeten baren, blijkt het een fabel dat mannen meer zouden zeuren dan vrouwen. Gladeana McMahon heeft aangetoond dat vrouwen aanzienlijk meer klagen tijdens ziekte dan mannen. De reden dat de fabel toch zo hardnekkig is, is gelegen in het feit dat vrouwen de neiging hebben om ook als ze niet ziek zijn uiting te geven aan hun emoties en mannen daar pas mee beginnen als ze zich niet lekker voelen. Omdat we het dus normaal gesproken minder horen bij een man, valt het ons des te meer op wanneer hij daar opeens mee begint als hij ziek is.

Het menselijk brein is nou eenmaal meer gericht op het registreren van afwijkingen of veranderingen.

Ons brein is gericht op afwijkingen

Deze alerte houding van ons brein zorgt er voor dat we onbewust voortdurend op zoek zijn naar constante factoren. En als we die onvoldoende vinden, dan vertrouwen we het niet meer en haken we af.

Vijf jaar geleden besloot een basisschool met 130 leerlingen dat het tijd was voor een scherpere profilering. Het was een redelijk introverte school, waarbij de lesmethoden traditioneel en frontaal waren. Weinig eigenaarschap van de kinderen en weinig differentiatie. Het pedagogisch klimaat was warm en het gevoel van gemeenschap was groot.

Het bestuur liet een marktonderzoek doen en dat wees uit dat in de buurt behoefte was aan een modern en fris onderwijsconcept, waarbij de kinderen meer eigenaar waren en leerden om zich heen te kijken en verantwoordelijkheid te nemen. Het bestuur besloot dat de school een Daltonschool moest worden en de directeur was enthousiast. Zij besloot breed te communiceren dat de school een Daltonschool zou worden en verkondigde iedereen die het wilde horen hoe open en fris het nieuwe concept was: zelfstandige, verantwoordelijke en samenwerkende kinderen.

De nieuwe ouders die kwamen kijken zagen iets heel anders, en besloten hun kinderen niet aan te melden. Dit jaar ontving de school haar Dalton certificaat en sluit de school haar deuren. Aan het eind van het jaar zijn er namelijk nog 13 kinderen over.

Een uitstekend marktonderzoek en een geslaagde nieuwe positionering, maar zonder het gewenste resultaat. Voor de ouders was het namelijk volstrekt ongeloofwaardig: teveel afwijkingen.

De les

Wanneer een school op zoek gaat naar een nieuw profiel is het dus van levensbelang dat het nieuwe profiel geloofwaardig is. Vanuit de kernkwaliteiten van de school is het heel goed mogelijk het profiel scherp en onderscheidend te maken. Niet omdat de omgeving iets van je vraagt, maar omdat jezelf iets te bieden hebt aan die omgeving.

Cutting Lemons gaat uit van de kracht van iedere school en neemt die serieus. Daarmee neemt de school toe in geloofwaardigheid en duidelijkheid. Dat kan leiden tot groei, maar dat hoeft niet altijd. Het kan ook zijn dat ouders zich niet thuis voelen bij het scherpe profiel van de school en dus afhaken. De ouders die blijven of juist aansluiten krijgen wel precies wat ze zoeken. Dat geeft duidelijkheid: als het er uit ziet als een citroen, moet het ook smaken als een citroen.

Wij geloven dat ieder kind recht heeft op duidelijkheid en een voorspelbare omgeving. Waarom zou je je zoet voordoen als zuur juist je kracht is?

zondag 15 mei 2011

Zoektocht naar de citroen in de school

In de afgelopen weken heb ik intensief gewerkt met een basisschool die haar kernwaarden opnieuw vast wilde stellen. Vanuit die kernwaarden kon helder gemaakt worden welke belofte zij kunnen doen. Een belofte aan de leerlingen, ouders, medewerkers en iedereen die bij de school betrokken is. Vervolgens maken de belofte en de kernwaarden duidelijk op welke manier de school geloofwaardig ingevuld kan worden. Het resultaat is eenduidigheid en samenhang in alles wat er gebeurt. Dat geeft rust, overzicht en duidelijkheid.

Door gesprekken te voeren met leerlingen, ouders en medewerkers zijn we op zoek gegaan naar de kernwaarden. Wat maakt deze school nu uniek? Vaak noemen scholen categoriewaarden als hun kernwaarden. Categroriewaarden zijn waarden die gelden voor de hele categorie. Goed onderwijs, kwaliteit, veiligheid, nieuwe methoden, gekwalificeerd personeel; dat zijn stuk voor stuk waarden die je mag veronderstellen op elke school. Dat levert geen onderscheidend vermogen op: het beschrijft alleen maar wat je als school aan je stand verplicht bent.

Vaak kom je bij de kernwaarden door de vraag te stellen: wat mist de buurt wanneer deze school morgen de deuren zou sluiten? Alle zaken die hierboven werden genoemd worden in zo'n geval ook door de andere scholen in de buurt wel geboden.

Wat opviel bij deze school is het feit dat de school mensen status geeft, dat het bijdraat aan hun identiteit. Oud-leerlingen zijn nog altijd trots op het feit dat zij bij de school horen en sturen met vertrouwen hun eigen kinderen daar weer naartoe. Deze oud leerlingen zijn daar ook allemaal aan te herkennen: de school heeft een onuitwisbare indruk achter gelaten en geeft hen een gevoel van zelfvertrouwen.

Vanuit die kernwaarden kan de belofte gevonden worden. Als je door redeneert op de kernwaarden komt die belofte vanzelf in beeld. In het geval van deze school komt de belofte echt scherp naar voren in dat gevoel van 'er bij kunnen horen'. In dit geval belooft de school dan ook dat iedereen deel uit maakt van de gemeenschap rond de school: niet alleen zolang je er op school zit, maar ook daarna nog. Het is een plek waar je altijd terug kunt komen.

De eerste ambitie is daarmee ook voordehand liggend: de school gaat meer werk maken van haar dienstenaanbod aan oud-leerlingen. Als je deel uit maakt van de gemeenschap, dan wil je dat ook merken. Zo wordt er gedacht aan frequente en inhoudelijke terugkom bijeenkomsten voor de kinderen die net uit groep 8 zijn vertrokken. Je kunt je ook voorstellen dat alumni bijeenkomsten worden georganiseerd en dat bij vieringen op school ook ouders en oud-leerlingen een prominente rol krijgen.

Tegelijk geeft het beeld van een gemeenschap waarbinnen ruimte is om jezelf te zijn en jezelf te ontwikkelen ook houvast bij allerlei keuzes die gemaakt kunnen en moeten worden. Zo zal het groepsgevoel versterkt worden wanneer zich vrijwel alles in die groep afspeelt. Zorg kan dus eigenlijk niet buiten de groep maar zal zoveel mogelijk binnen de groep en bij voorkeur door de eigen leerkracht geboden worden. De methoden die gekozen worden zullen vooral aan moeten sluiten bij het groepsgebeuren: ruimte voor coöperatieve werkvormen dus.

Het schoolgebouw zal een goede centrale ruimte moeten hebben en het plein zal een ontmoetingsplaats voor de buurt moeten zijn. De website biedt ook ruimte voor ontmoeting en de communicatie zal breed gevoerd moeten worden: voor alle leden van de gemeenschap.

En de leider? Die zal het voorbeeld moeten geven in hoe je gericht op de verbinding met anderen kunt zijn en tegelijk toch ruimte kunt laten. Zij zal degene zijn die de doelen uitzet en mensen inspireert. Daarnaast is zij ook degene die ruimte biedt aan een ieder om zichzelf te zijn en zichzelf te ontwikkelen. Binnen de kaders van de gemeenschap uiteraard en altijd gericht op de gezamenlijke doelen.

Misschien kom je wel in de verleiding om dit ook te doen. Als dat betekend dat je op zoek wilt naar het DNA van jouw citroen, dan juich ik dat toe. Wat is er nou mooier om echt vanuit jezelf het verschil te maken?

Cutting LEMONS.... scherp, vrij en helemaal!

vrijdag 6 mei 2011

Integrale schoolontwikkeling

Schoolontwikkeling is hot. Iedere school is bezig met verbetering, omdat het eigenlijk nooit goed genoeg is. De maatschappij veranderd, de leerlingen veranderen en dus veranderd het onderwijs mee.

Het valt me op dat veel scholen denken dat die ontwikkeling vooral plaats moet vinden op het gebied van de onderwijsfunctie van de school: verbeterd klassenmanagement, verbeterde didactiek, een aangepaste zorgstructuur of een nieuw onderwijskundig concept.

Terwijl al die zaken, waarschijnlijk helemaal terecht, veranderen, lijkt de rest van de school niet mee te veranderen. Schoolleiders en leerkrachten richten zich op die onderwijsfunctie omdat dat direct rendement oplevert voor de kinderen. De vraag is wel hoe lang je het je kunt veroorloven om slechts één gebied van de school te laten groeien, zonder de rest mee te laten groeien. Uiteindelijk zal de school aan geloofwaardigheid inleveren, omdat de onderwijsfunctie niet meer dezelfde waarden ademt als de rest van de school.

Stel, deze citroenschijf is een doorsnede van een goed georganiseerde school. Een school die van binnen en buiten dezelfde smaak, kleur, geur en uitstraling heeft.
Ieder partje van de citroenschijf is een deelgebied van de school. Zo heb je het partje van de onderwijsfunctie, het partje personeel, het partje management en cultuur, het partje financiën, het partje huisvesting en exploitatie, het partje communicatie en het partje met de overige functies.

In de afbeelding zie je dat ieder partje weliswaar gescheiden van de andere partjes lijkt, maar wel helemaal herkenbaar is als een citroen.

Als je vanuit dit beeld kijkt naar scholen die al hun aandacht aan slechts één partje geven, dan kan een situatie ontstaan waarin dat ene partje steeds minder op een citroen gaat lijken. Langzaam groeit dat ene partje naar een kiwi....

Op zich is een kiwi uitstekend, maar als ik denk een citroen te eten, dan raak ik toch op z'n minst in verwarring. Zeker wanneer ik in één schijf beide smaken door elkaar krijg. De smaak van de kiwi komt niet tot z'n recht, maar die van de citroen ook niet. Sterker nog, ik denk dat ik dat schijfje snel in zou ruilen voor een echte citroen.....

Cutting Lemons staat voor integrale schoolontwikkeling: ieder partje in lijn met de kenmerken van de vrucht. Ieder onderdeel van de school in lijn met de kernwaarden. Op die manier ruik, proef en hoor je overal hetzelfde: overal dezelfde ervaring. Herkenbaar en geloofwaardig.

Op die manier weet je als ouder en leerling ook altijd precies waar je voor kiest en wat je mag verwachten. Fris en zuur bij een citroen, zoet en zacht bij een kiwi.

Integrale schoolontwikkeling zorgt voor een brede blik en geloofwaardig onderwijs. Ik hou er wel van!