zondag 29 mei 2011

Vergeet de toekomst, in het belang van je kinderen!

Ik heb een zoon die een groot voetballer is. Hij is 10 jaar oud en speelt bij vlagen de sterren van de hemel. Hij heeft spel overzicht en goede technische beheersing.
Eén van zijn teamgenoten wordt absoluut een voetbalster. Hij droomt er van om uiteindelijk bij Barcelona te spelen en zijn vader verteld hem regelmatig dat dat zijn doel is.

Beide zijn het gedreven spelers: ze missen geen training en in de wedstrijd geven ze alles wat ze hebben.

Toch is er een verschil. Als het in een wedstrijd tegen zit en het team wordt echt van de mat gespeeld, dan zie je dat opeens. De toekomstige Barcelona speler laat het hoofd zakken en geeft de moed op.
Zij vader staat dan langs de lijn en roept hem toe dat ze bij Barcelona ook niet opgeven. Op zo'n moment zie je die jongen denken: 'Dit is Barcelona niet en ik ben geen prof. Deze wedstrijd is verloren; op naar de volgende.'
Bij mijn zoon zie je dat tegenslag hem juist vleugels lijkt te geven. Hij is tenslotte een groot voetballer en moet op zo'n moment zijn team op een hoger plan helpen. De ene keer lukt het hem beter dan de andere keer, maar hij houdt zijn overzicht en alle acties lijken te lukken.

Toekomstgericht onderwijs

Op scholen zie je eenzelfde fenomeen. Er zijn scholen van de toekomst. Scholen die kinderen voorbereiden op een glansrijke toekomst. Die kinderen leren omgaan met de technieken van morgen. Op school is men geïnspireerd door de filmpjes van 'Shift Happens' en verdiept men zich in wat de werkgevers van morgen van hun werknemers vragen.
Het zijn de innovatieve scholen die social media, discussietechnieken en informatieverzameling als uitgangspunt voor hun lesprogramma nemen. En voor die kinderen is het ook volslagen duidelijk waarom dat gebeurt: dit heb je later nodig!

Die kinderen horen thuis ook dat zij hun ouders zullen overtreffen. Zij zullen dingen doen en kunnen die hun ouders niet doen en kunnen. De toekomst is onbekend maar ook onbegrensd en deze kinderen gaan het verschil maken. Grote verwachtingen worden uitgesproken en geprojecteerd, omdat we weten dat dat kinderen motiveert.

Helemaal in lijn met de toekomstig Barcelona speler zie je bij die kinderen ook dat zij zich beseffen dat die toekomst nog moet komen. Dit is de tijd dat ze nog fouten mogen maken, dat ze soms nog onwetend mogen zijn, want nu maken ze het verschil nog niet. De toekomst is later en we weten niet precies wanneer die begint.
Deze kinderen hebben een prachtig perspectief, maar omdat het gevoel van relevantie of urgentie ontbreekt kan dat perspectief ook zo maar verlammend werken.

Relevant onderwijs

Er zijn ook scholen die een onverwoestbaar geloof in de kinderen hebben. Het vaste vertrouwen dat die kinderen het verschil maken. Niet later, maar nu. Op die scholen leren die kinderen het verschil maken, waar ze ook zijn. Deze scholen maken gebruik van de technieken waar de kinderen in hun vrije tijd ook gebruik van maken: social media en andere internet toepassingen.
De kinderen leren bepalen hoe ze daar zo gebruik van kunnen maken dat ze een positieve invloed uitoefenen. Het zijn de scholen waar de kinderen projecten in de wijk organiseren die gericht zijn op het helpen van andere mensen.

Op deze scholen wordt gedroomd over de toekomst. Het levert de kinderen het gevoel op dat de toekomst groter wordt dan nu, en dat hun positieve invloed ook zal toenemen. Ze weten nog niet hoe, maar ze wetenn dat ze zullen blijven doen wat ze nu al doen: het verschil maken.

21st Century Skills


Ik kom volwassenen tegen die nog altijd wachten op de toekomst. Soms omdat ze er op rekenen dat de wereld zal vergaan, ooit, maar veel vaker omdat ze hopen dat er een tijd komt waarin zij het verschil gaan maken. Daar zijn ze namelijk voor opgeleid. Ze hebben alles in huis en zijn er helemaal klaar voor. Het enige waar ze op lijken te wachten is het startschot, waarmee de toekomst wordt afgeschoten.
Op dat moment kunnen ze helemaal los gaan. Zoveel potentie die ongebruikt ligt te wachten op de toekomst....

Ik geloof heilig in de potentie van ieder mens. De leeftijd van die mens maakt voor mij daarin geen verschil. Een kind heeft uiteraard doorgaans een kleinere cirkel van invloed dan een volwassene, maar dat maakt die invloed niet meer of minder relevant. Ieder die voor het eerst zijn kind, als baby, in zijn armen heeft, voelt al de enorme invloed die zo'n kind heeft. Waarom zouden we zo'n kind dan in de wachtstand zetten in afwachting van de toekomst?

Wat mij betreft gaat iedereen met onmiddelijke ingang al zijn kwaliteiten volledig uitleven.

De toekomst is altijd morgen, en daarmee nooit nu. Laten we het onderwijs vooral nu-gericht maken, dan komt het met de toekomst ongetwijfeld goed.

zondag 22 mei 2011

If it quacks and looks like a duck, it 'd better be a duck

Jarenlang ben ik in de veronderstelling geweest dat mannen zich tijdens een ziekte veel zieliger gedragen dan vrouwen. Ik hoorde verhalen van mannen die met een zielig gezicht op de bank zaten en aanhoudend klaagden over alle pijntjes die ze voelden. Ik zag ook meteen al voor me dat ze helemaal niets meer zelf konden doen en zich volslagen afhankelijk van hun omgeving opstelden.

De verklaring die mij voor dat verschijnsel werd gegeven was het feit dat vrouwen een veel hogere pijngrens zouden hebben dan mannen, wat evolutionair dan weer te verklaren viel vanuit het feit dat vrouwen een kind moesten baren. Wij mannen zouden daar veel te zwak voor zijn.


Hoewel ik dat laatste nog altijd van harte onderstreep, stel je voor dat ik ooit een kind zou moeten baren, blijkt het een fabel dat mannen meer zouden zeuren dan vrouwen. Gladeana McMahon heeft aangetoond dat vrouwen aanzienlijk meer klagen tijdens ziekte dan mannen. De reden dat de fabel toch zo hardnekkig is, is gelegen in het feit dat vrouwen de neiging hebben om ook als ze niet ziek zijn uiting te geven aan hun emoties en mannen daar pas mee beginnen als ze zich niet lekker voelen. Omdat we het dus normaal gesproken minder horen bij een man, valt het ons des te meer op wanneer hij daar opeens mee begint als hij ziek is.

Het menselijk brein is nou eenmaal meer gericht op het registreren van afwijkingen of veranderingen.

Ons brein is gericht op afwijkingen

Deze alerte houding van ons brein zorgt er voor dat we onbewust voortdurend op zoek zijn naar constante factoren. En als we die onvoldoende vinden, dan vertrouwen we het niet meer en haken we af.

Vijf jaar geleden besloot een basisschool met 130 leerlingen dat het tijd was voor een scherpere profilering. Het was een redelijk introverte school, waarbij de lesmethoden traditioneel en frontaal waren. Weinig eigenaarschap van de kinderen en weinig differentiatie. Het pedagogisch klimaat was warm en het gevoel van gemeenschap was groot.

Het bestuur liet een marktonderzoek doen en dat wees uit dat in de buurt behoefte was aan een modern en fris onderwijsconcept, waarbij de kinderen meer eigenaar waren en leerden om zich heen te kijken en verantwoordelijkheid te nemen. Het bestuur besloot dat de school een Daltonschool moest worden en de directeur was enthousiast. Zij besloot breed te communiceren dat de school een Daltonschool zou worden en verkondigde iedereen die het wilde horen hoe open en fris het nieuwe concept was: zelfstandige, verantwoordelijke en samenwerkende kinderen.

De nieuwe ouders die kwamen kijken zagen iets heel anders, en besloten hun kinderen niet aan te melden. Dit jaar ontving de school haar Dalton certificaat en sluit de school haar deuren. Aan het eind van het jaar zijn er namelijk nog 13 kinderen over.

Een uitstekend marktonderzoek en een geslaagde nieuwe positionering, maar zonder het gewenste resultaat. Voor de ouders was het namelijk volstrekt ongeloofwaardig: teveel afwijkingen.

De les

Wanneer een school op zoek gaat naar een nieuw profiel is het dus van levensbelang dat het nieuwe profiel geloofwaardig is. Vanuit de kernkwaliteiten van de school is het heel goed mogelijk het profiel scherp en onderscheidend te maken. Niet omdat de omgeving iets van je vraagt, maar omdat jezelf iets te bieden hebt aan die omgeving.

Cutting Lemons gaat uit van de kracht van iedere school en neemt die serieus. Daarmee neemt de school toe in geloofwaardigheid en duidelijkheid. Dat kan leiden tot groei, maar dat hoeft niet altijd. Het kan ook zijn dat ouders zich niet thuis voelen bij het scherpe profiel van de school en dus afhaken. De ouders die blijven of juist aansluiten krijgen wel precies wat ze zoeken. Dat geeft duidelijkheid: als het er uit ziet als een citroen, moet het ook smaken als een citroen.

Wij geloven dat ieder kind recht heeft op duidelijkheid en een voorspelbare omgeving. Waarom zou je je zoet voordoen als zuur juist je kracht is?

zondag 15 mei 2011

Zoektocht naar de citroen in de school

In de afgelopen weken heb ik intensief gewerkt met een basisschool die haar kernwaarden opnieuw vast wilde stellen. Vanuit die kernwaarden kon helder gemaakt worden welke belofte zij kunnen doen. Een belofte aan de leerlingen, ouders, medewerkers en iedereen die bij de school betrokken is. Vervolgens maken de belofte en de kernwaarden duidelijk op welke manier de school geloofwaardig ingevuld kan worden. Het resultaat is eenduidigheid en samenhang in alles wat er gebeurt. Dat geeft rust, overzicht en duidelijkheid.

Door gesprekken te voeren met leerlingen, ouders en medewerkers zijn we op zoek gegaan naar de kernwaarden. Wat maakt deze school nu uniek? Vaak noemen scholen categoriewaarden als hun kernwaarden. Categroriewaarden zijn waarden die gelden voor de hele categorie. Goed onderwijs, kwaliteit, veiligheid, nieuwe methoden, gekwalificeerd personeel; dat zijn stuk voor stuk waarden die je mag veronderstellen op elke school. Dat levert geen onderscheidend vermogen op: het beschrijft alleen maar wat je als school aan je stand verplicht bent.

Vaak kom je bij de kernwaarden door de vraag te stellen: wat mist de buurt wanneer deze school morgen de deuren zou sluiten? Alle zaken die hierboven werden genoemd worden in zo'n geval ook door de andere scholen in de buurt wel geboden.

Wat opviel bij deze school is het feit dat de school mensen status geeft, dat het bijdraat aan hun identiteit. Oud-leerlingen zijn nog altijd trots op het feit dat zij bij de school horen en sturen met vertrouwen hun eigen kinderen daar weer naartoe. Deze oud leerlingen zijn daar ook allemaal aan te herkennen: de school heeft een onuitwisbare indruk achter gelaten en geeft hen een gevoel van zelfvertrouwen.

Vanuit die kernwaarden kan de belofte gevonden worden. Als je door redeneert op de kernwaarden komt die belofte vanzelf in beeld. In het geval van deze school komt de belofte echt scherp naar voren in dat gevoel van 'er bij kunnen horen'. In dit geval belooft de school dan ook dat iedereen deel uit maakt van de gemeenschap rond de school: niet alleen zolang je er op school zit, maar ook daarna nog. Het is een plek waar je altijd terug kunt komen.

De eerste ambitie is daarmee ook voordehand liggend: de school gaat meer werk maken van haar dienstenaanbod aan oud-leerlingen. Als je deel uit maakt van de gemeenschap, dan wil je dat ook merken. Zo wordt er gedacht aan frequente en inhoudelijke terugkom bijeenkomsten voor de kinderen die net uit groep 8 zijn vertrokken. Je kunt je ook voorstellen dat alumni bijeenkomsten worden georganiseerd en dat bij vieringen op school ook ouders en oud-leerlingen een prominente rol krijgen.

Tegelijk geeft het beeld van een gemeenschap waarbinnen ruimte is om jezelf te zijn en jezelf te ontwikkelen ook houvast bij allerlei keuzes die gemaakt kunnen en moeten worden. Zo zal het groepsgevoel versterkt worden wanneer zich vrijwel alles in die groep afspeelt. Zorg kan dus eigenlijk niet buiten de groep maar zal zoveel mogelijk binnen de groep en bij voorkeur door de eigen leerkracht geboden worden. De methoden die gekozen worden zullen vooral aan moeten sluiten bij het groepsgebeuren: ruimte voor coöperatieve werkvormen dus.

Het schoolgebouw zal een goede centrale ruimte moeten hebben en het plein zal een ontmoetingsplaats voor de buurt moeten zijn. De website biedt ook ruimte voor ontmoeting en de communicatie zal breed gevoerd moeten worden: voor alle leden van de gemeenschap.

En de leider? Die zal het voorbeeld moeten geven in hoe je gericht op de verbinding met anderen kunt zijn en tegelijk toch ruimte kunt laten. Zij zal degene zijn die de doelen uitzet en mensen inspireert. Daarnaast is zij ook degene die ruimte biedt aan een ieder om zichzelf te zijn en zichzelf te ontwikkelen. Binnen de kaders van de gemeenschap uiteraard en altijd gericht op de gezamenlijke doelen.

Misschien kom je wel in de verleiding om dit ook te doen. Als dat betekend dat je op zoek wilt naar het DNA van jouw citroen, dan juich ik dat toe. Wat is er nou mooier om echt vanuit jezelf het verschil te maken?

Cutting LEMONS.... scherp, vrij en helemaal!

vrijdag 6 mei 2011

Integrale schoolontwikkeling

Schoolontwikkeling is hot. Iedere school is bezig met verbetering, omdat het eigenlijk nooit goed genoeg is. De maatschappij veranderd, de leerlingen veranderen en dus veranderd het onderwijs mee.

Het valt me op dat veel scholen denken dat die ontwikkeling vooral plaats moet vinden op het gebied van de onderwijsfunctie van de school: verbeterd klassenmanagement, verbeterde didactiek, een aangepaste zorgstructuur of een nieuw onderwijskundig concept.

Terwijl al die zaken, waarschijnlijk helemaal terecht, veranderen, lijkt de rest van de school niet mee te veranderen. Schoolleiders en leerkrachten richten zich op die onderwijsfunctie omdat dat direct rendement oplevert voor de kinderen. De vraag is wel hoe lang je het je kunt veroorloven om slechts één gebied van de school te laten groeien, zonder de rest mee te laten groeien. Uiteindelijk zal de school aan geloofwaardigheid inleveren, omdat de onderwijsfunctie niet meer dezelfde waarden ademt als de rest van de school.

Stel, deze citroenschijf is een doorsnede van een goed georganiseerde school. Een school die van binnen en buiten dezelfde smaak, kleur, geur en uitstraling heeft.
Ieder partje van de citroenschijf is een deelgebied van de school. Zo heb je het partje van de onderwijsfunctie, het partje personeel, het partje management en cultuur, het partje financiën, het partje huisvesting en exploitatie, het partje communicatie en het partje met de overige functies.

In de afbeelding zie je dat ieder partje weliswaar gescheiden van de andere partjes lijkt, maar wel helemaal herkenbaar is als een citroen.

Als je vanuit dit beeld kijkt naar scholen die al hun aandacht aan slechts één partje geven, dan kan een situatie ontstaan waarin dat ene partje steeds minder op een citroen gaat lijken. Langzaam groeit dat ene partje naar een kiwi....

Op zich is een kiwi uitstekend, maar als ik denk een citroen te eten, dan raak ik toch op z'n minst in verwarring. Zeker wanneer ik in één schijf beide smaken door elkaar krijg. De smaak van de kiwi komt niet tot z'n recht, maar die van de citroen ook niet. Sterker nog, ik denk dat ik dat schijfje snel in zou ruilen voor een echte citroen.....

Cutting Lemons staat voor integrale schoolontwikkeling: ieder partje in lijn met de kenmerken van de vrucht. Ieder onderdeel van de school in lijn met de kernwaarden. Op die manier ruik, proef en hoor je overal hetzelfde: overal dezelfde ervaring. Herkenbaar en geloofwaardig.

Op die manier weet je als ouder en leerling ook altijd precies waar je voor kiest en wat je mag verwachten. Fris en zuur bij een citroen, zoet en zacht bij een kiwi.

Integrale schoolontwikkeling zorgt voor een brede blik en geloofwaardig onderwijs. Ik hou er wel van!