maandag 4 maart 2013

Laat je zien...


'Ik vind mijn kind gewoon niet leuk meer,' vertelde een moeder laatst. 'Natuurlijk hou ik van haar, het is mijn kind, maar ik kan gewoon niets positiefs meer zien. Hoe hard ik ook zoek, ik vind bijna geen moment meer om nog iets positiefs te zeggen of voelen.'

Deze moeder heeft eerder te horen gekregen dat haar dochter 'laag-begaafd' is. Deze conclusie over een toen nog vijfjarig kind werd getrokken door een schoolbegeleidingsdienst en verwoord door een leerkracht. De moeder schrok, want zo kende ze haar dochter niet. Ze wist dat haar dochter zich nadrukkelijk anders gedroeg dan anderen, maar zo'n uitspraak had ze niet verwacht. Ze ging toch met andere ogen naar het meisje kijken. Blijkbaar had ze het allemaal verkeerd ingeschat en was het mooie van haar kind toch eigenlijk iets raars.

Feit of gedachte?


Bij dit gesprek moest ik opeens denken aan een verhaal dat Willem de Ridder ooit vertelde. Zijn stelling was dat wij, mensen, niet in staat zijn om anderen echt te zien. We zien alleen maar wat we over hen denken.

Als ik in de trein zit naast een meneer, waarvan ik denk dat het een vervelende man is, dan heb ik een nare treinreis. Als ik in de trein naast een meneer zit waarvan ik denk dat het een intrigerend en boeiend mens is, dan heb ik diezelfde rit een geweldige treinreis. Zelfs als ik geen gesprek of contact met die man heb.

Ik bedacht dat deze moeder ook een nieuwe gedachte aangereikt had gekregen van school. Haar dochter was bij nader inzien toch niet het prachtige meisje zoals haar moeder haar dacht te zien toen ze pasgeboren op haar buik lag. Het was een meisje dat, met enig geluk, opgeleid zou kunnen worden voor de sociale arbeidsvoorziening. Het onderzoek presenteerde het als een feit.

Dezelfde moeder, hetzelfde kind, en toch zo'n andere wereld.

Mijn schooltijd...

Toen ik in de vijfde klas van de lagere school zat, wat we nu groep 7 noemen, had ik een meester die mij echt een leuke meester leek. Ik had al veel enthousiaste verhalen over hem gehoord en keek voor de zomervakantie al uit naar de geschiedenis verhalen die hij zou vertellen.

Tot mijn verrassing was die meester helemaal niet aardig tegen mij. Hij vertelde me op de eerste dag al dat ik overlast veroorzaakte in de groep en dat ik daarom helemaal alleen moest zitten. Geen contact met anderen, dat was voor iedereen het beste, stelde hij.

Ik accepteerde het, maar begreep het niet. De meester ook niet, want dagelijks kreeg ik straf en moest ik naar zijn verhalen luisteren waarin hij vertelde dat ik niet deugde.

Als kind wist ik het al: deze meester ziet mij helemaal niet. Hij heeft niet in de gaten hoe hard ik mijn best doe, waar ik goed in ben en dat ik eigenlijk best aardig ben.

Samen met deze meester heb ik een slecht jaar gehad. Inmiddels zie ik hem als een leerkracht die vast zat in zijn eigen gedachten over mij. Hij heeft ze ongetwijfeld als feiten ervaren.

Onderwijs nu...

Op dit moment is er veel meer aandacht voor de eigenheid van kinderen. Er wordt volop gedifferentieerd, er wordt onderzoek gedaan, geobserveerd en gesproken over kinderen. Met elkaar bewegen we steeds meer van ons onderwijsprogramma naar het kind en zijn ontwikkeling.

Het is een mooie, maar ook verwarrende ontwikkeling. We vinden dat we kinderen moeten kunnen zien en begrijpen, maar als we eerlijk zijn lukt ons dat nooit echt. 
Dus beperken we ons bij voorkeur tot de 'feiten': onderwijsopbrengsten, CITO-scores en onderzoeksresultaten van de schoolbegeleidingsdienst.

Verklaren of verwonderen?

Ons beeld van een professionele onderwijsinstelling is dat de school in staat is om te verklaren waarom de dingen gaan zoals ze gaan. Een professional heeft controle over de ontwikkeling van kinderen en kan die dusdanig beïnvloeden dat er een gegarandeerd resultaat uit komt.

Dat beeld krijgen we uiteraard ook bevestigd: goede scholen doen dat ook, dat bewijzen de opbrengsten, de CITO-scores en de onderzoeksresultaten van de schoolbegeleidingsdienst. Feiten.
Slechte scholen doen dat niet trouwens. Ook dat wordt bewezen door de kritische inspectie rapporten en de opbrengsten. Feiten.

Maar als we nou weten dat we als professional niet alles kunnen verklaren, waarom houden we dan toch die schijn op? Kunnen we ons niet gewoon professioneel verwonderen over kinderen? Professioneel en zeer ervaren verwonderen over de unieke wijze waarop ieder kind zich ontwikkeld?
Kunnen we die verwondering dan ook niet delen met die kinderen, hun ouders en onze collega's?
Valt er niet veel meer te leren voor een kind wanneer wij hem niet gijzelen met onze gedachten en vermeende feitelijke waarnemingen? Valt er niet veel meer te leren wanneer we het kind volgen met onze verwondering?

Kwaliteit

En wat doet dat dan met de opbrengsten van ons onderwijs? Onze PISA score? Is er dan nog wel sturing en controle voor die kinderen? Neem ik mijn professionele verantwoordelijkheid dan nog wel serieus? Kan ik dan überhaupt nog wel professionele interventies plegen als leerkracht of directeur?

Goede vragen. Ik kan je voorspellen dat je de feiten ook zult vinden die jouw beeld van dit verhaal zullen ondersteunen.

Ga eens op zoek naar jouw vragen en verwonder je. 
Ga eens lezen bij Operation Education en verwonder je. 
Ga eens luisteren naar het verhaal dat de moeder aan het begin van deze blog over haar kind kon vertellen voor de school daar feiten tegenover stelde en verwonder je.
Ga eens op zoek naar de vragen van je collega en verwonder je.
Ga eens op zoek naar wat kwaliteit in onderwijs nou echt is en verwonder je.
Bekijk de meest recente rapporten van jouw leerlingen nog een keer en verwonder je.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten