maandag 13 juni 2011

Krachtige scholen: het antwoord aan onderwijsinspectie.

Een jaar geleden volgde ik een masterclass bij Jay Marino. Hij leerde ons een andere manier van opbrengstgericht onderwijs kennen die in de VS bekend staat als Continuous Improvement. Een indrukwekkende manier van werken, waarbij mij het eigenaarschap van leerlingen als voornaamste punt opviel. Daarnaast vond ik het een verademing om een methode tegen te komen die leerlingen en leerkrachten, groepen en scholen op dezelfde manier benaderd. Lekker integraal dus met bewezen resultaat.

In het jaar daarna heb ik met een aantal scholen mogen werken aan de invoering van (delen van) dit concept. Keer op keer was ik onder de indruk als ik de enorme verbetering in de resultaten van leerlingen en leerkrachten zag. Kinderen die in hun kracht komen te staan, leerkrachten die in hun kracht komen te staan en van de weeromstuit ook ouders die in hun kracht komen te staan.

Resultaat

Continuous Improvement is een concept waarbij je je iets voorneemt en dat ook daadwerkelijk realiseert. Dat klinkt op zich niet heel spannend, maar dat is het wel. Hoe vaak neemt een school zich niet voor om meer aandacht aan rekenen te besteden? In de praktijk houdt dat vaak in dat een nieuwe methode wordt aangeschaft en dat er op vergaderingen over rekenen wordt gesproken. Soms wordt er zelfs een studiedag aan gewijd.

Maar wat gebeurt er wanneer je je voorneemt om de resultaten van kinderen op het gebied van rekenen schoolbreed met 10% te verhogen? Vaak weten we niet hoe we dat moeten meten. De uitkomsten van de CITO LVS-toetsen zijn dan al snel een verrassing.

Continuous Improvement zorgt er dus voor dat je datgene wat je je voorneemt ook echt realiseert. Beter gezegd: dat de kinderen dat realiseren. Ik heb voorbeelden gezien van scholen die in drie maanden tijd een verbetering van ruim 20% haalden. Alleen omdat je je voornemen serieus neemt, deelt met iedereen en ook gericht bezig bent met dat voorgenomen resultaat.

Voor kinderen vaak een verademing: ze weten wat er van ze wordt verwacht en ze zien van week tot week hun eigen voortgang. Kinderen uit groep twee praten op meta-niveau over hun eigen leerproces en kunnen daarover ook rapporteren aan hun ouders, mede-leerlingen en de leerkracht.

Verantwoordelijkheid

Omdat je op deze manier je voornemen ook echt omzet in resultaat, wordt het steeds belangrijker wat je je voorneemt.

Simon Sinek heeft daarvoor een eenvoudig en diepgaand model ontwikkeld: de Gouden Cirkel. Daarin legt hij uit dat het van groot belang is dat je als organisatie duidelijk maakt Waartoe je de dingen doet die je doet. Veel scholen vertellen uitgebreid Hoe ze de dingen doen. Daarbij wordt soms ook nog wel uitgelegd Wat het resultaat is van wat ze doen, maar vrijwel nooit wordt aandacht besteed aan de vraag Waartoe een school doet wat zij doet.

Kinderen die weten Waartoe ze leren wat ze leren, leerkrachten die weten welk verschil ze uiteindelijk willen maken, zullen veel gerichter presteren. De school die een duidelijke belofte doet aan kinderen, medewerkers, ouders en de omgeving, kan met Continuous Improvement dat verschil ook echt gaan maken. Sterker nog, die scholen maken dat verschil ook echt.

Kan jij je voorstellen dat jouw school een bijdrage levert aan het terugdringen van het aantal geweldsincidenten in de buurt? Of dat jouw school een bijdrage levert aan het verbeteren van de sociale samenhang in de buurt? Of dat jouw school direct bijdraagt aan het verbeteren van de kennis economie? Of dat jouw school bekend staat omdat zij direct bijdraagt aan de ontwikkeling van nieuwe technieken?

Welke invloed neem jij?

Scholen, leerkrachten en leerlingen die hun eigen invloed serieus nemen, kunnen die invloed heel concreet maken en gericht ontwikkelen met Continuous Improvement. Zonder de lading van die belofte is Continuous Improvement de zoveelste poging om de onderwijsinspectie tevreden te stellen. Met de lading van een scherpe belofte is het een serieus en scherp instrument om de maatschappij te verbeteren en de positie van Nederland als kennisland te versterken.

Welke invloed neem jij? Neem je jouw potentie en die van jouw leerlingen serieus? Of wil je je blijven richten op een (boven)gemiddelde opbrengst om de inspectie buiten de deur te houden?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten