zondag 28 augustus 2011

Citroenzuur leiderschap (2)

over de overeenkomst tussen Geert Wilders, Henk Krol, Toon Hermans en Chantal Janzen...

Goed leiderschap kan het best bekeken worden vanuit de betekenis van de school. In een eerdere blog staat omschreven dat het daarbij gaat om voorbeeldgedrag dat gericht is op anderen.

Leiderschap in het onderwijs wordt vaak toegedicht aan de schoolleider. Hoe groot zou de betekenis van de school worden wanneer leiderschap te vinden is bij alle betrokkenen bij de school?


de betekenis bepaalt de kwaliteit

Binnen Cutting Lemons gaan we er van uit dat iedere school een eigen betekenis heeft. Die betekenis kan je ontdekken door antwoord te geven op de vraag: wat zou de buurt, stad of misschien zelfs het land missen als de school per direct de deuren zou sluiten. Ik zou iedere school van harte willen aanraden om die vraag eens goed te onderzoeken, samen met de leerlingen en hun ouders. De betekenis van de school heeft betrekking op de transformatie die leerlingen (en andere betrokkenen) ondergaan en de invloed die dat heeft op hun omgeving.

De ideale Cutting Lemons betekenis is: Je kent jezelf, wordt steeds beter jezelf, bent je bewust van jouw invloed op je omgeving en oefent die invloed gericht uit. Omdat iedere school zich op een eigen 'categorie' leerlingen richt en een eigen context heeft kan iedere school ook concreet maken welke invloed van de school uitgaat.

Goed leiderschap is direct gericht op die betekenis. Het voorbeeldgedrag is dus ook het gedrag dat past bij de situatie na of in ieder geval tijdens de transformatie. De schoolleider zal dat gedrag in ieder geval moeten vertonen, maar de betekenis wordt groter naarmate meer mensen dat gedrag vertonen. De betekenis bepaald dan ook of het leiderschapsgedrag goed is of niet. Je kunt dus niet zomaar iedere directeur op iedere school neerzetten en er van uitgaan dat hij of zij de gewenste kwaliteit levert. Iedere school heeft namelijk een eigen definitie van kwaliteit.

Ik denk dat elk van ons wel een voorbeeld kent van een directeur die op de ene school uitstekend functioneert en op een andere school helemaal niet uit de verf komt. In deze blog van Hartger Wassink wordt dat fenomeen uitgebreid besproken.

Je zou dan ook van iedere professionele schoolleider mogen verwachten dat hij of zij in staat is de eigen kernwaarden en de persoonlijke betekenis te benoemen. Op grond daarvan kan je inschatten of de schoolleider de betekenis van een school kan versterken.

de kwantiteit bepaalt de betekenis

Zodra de kwaliteit van het leiderschap op orde is kan de school toenemen in betekenis door leiderschap uit te breiden. Hoe meer mensen het gedrag gaan vertonen dat past bij de situatie na de transformatie, hoe groter de invloed op de omgeving.

Vanuit de druk van de groep is het op zich niet zo moeilijk om kinderen te conditioneren en hen, in die geconditioneerde omgeving, het gewenste gedrag te laten vertonen. Een leerkracht kan bijvoorbeeld in heel korte tijd een groep dusdanig 'manipuleren' dat die groep zich gedraagt zoals de leerkracht wil. Dat gedrag wordt vertoont onder druk van de omgeving, niet omdat het uit de leerlingen zelf komt.

Hoewel dat erg effectief lijkt (en heel soms ook kan zijn) is het effect op de lange termijn eerder schadelijk dan gewenst. In die situatie is in ieder geval geen sprake van leiderschap, omdat het gedrag van de leerkracht op zichzelf gericht is en niet op de kinderen.

Leiderschap bij een leerkracht houdt in dat zij op basis van zelfinzicht voorbeeldgedrag vertoont dat gericht is op het belang van de leerlingen (en de collega of de ouder). Zoals een schoolleider op dezelfde manier voorbeeldgedrag vertoont dat gericht is op de leerkracht (of de leerling of de ouders). Die leerkracht vertoont dat gedrag niet omdat de directeur dat toevallig ook doet, maar omdat zij samen geloven dat dat het beste voor de leerlingen is.

Op die manier wordt de leerling versterkt, groeit hij in zelfinzicht en kan hij gedrag gaan vertonen dat gericht is op anderen: medeleerlingen, buurtgenoten en andere gezinsleden.

Wanneer we er van uitgaan dat leiderschap besmettelijk kan zijn dan is de school een ideale plek om een epidemie te starten. Een olievlek van leiderschap, die zich steeds verder uitbreidt.

Geconditioneerde kinderen vertonen het gewenste gedrag alleen in een bepaalde omgeving. Kinderen die leiderschap ontwikkeld hebben vertonen dat gedrag in alle omstandigheden. Geconditioneerde kinderen zijn altijd afhankelijk van de invloed van de omgeving. Kinderen die leiderschap hebben ontwikkeld hebben altijd invloed op hun omgeving. Die kinderen kunnen dus ook actief bijdragen aan de betekenis van de school, zelfs als ze niet (meer) op school zijn.

hoe zuurder hoe beter


Terug naar de metafoor van de citroen. Één druppel citroensap maakt verschil in een heel gerecht. Andere smaken komen meer tot hun recht en de ingrediënten worden beter geconserveerd. Hoe zuurder die ene druppel is, hoe groter het effect.

Het is van het grootste belang dat jouw leiderschap in alle facetten de kwaliteit heeft die past bij de betekenis van jouw school. Reken er op dat ieder onderdeel van jouw leiderschap in uitvergrootte vorm terug te zien is in het gedrag van (veel) leerlingen.

Zo was er in 1975 een leerkracht in Venlo die wat teleurgesteld was in de mensen om haar heen; haar vertrouwen was een aantal keer behoorlijk beschaamd. Ze keek het liefst eerst de kat uit de boom en was wantrouwend richting mensen die ze niet (goed) kende. Op de MAVO waar ze lesgaf gaf ze zichzelf helemaal voor de leerlingen en de leerlingen zagen in haar een voorbeeld figuur. Het St. Thomas College heeft een aantal bekende Nederlanders afgeleverd. Één daarvan is Geert Wilders...

Ik vraag me af of Toon Hermans, Chantal Janzen en Henk Krol dezelfde leerkrachten hebben gehad als hun schoolgenoot Geert. Ik vraag me ook af of die leerkrachten allemaal bijdroegen aan dezelfde betekenis.

Welk verschil maak jij? Welk verschil maken jouw leerlingen?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten